In de les van deze week zullen we verder kijken naar het leven van een van de rechters in Israël. Deze rechters leidden het volk Israël tussen de inname van het Beloofde en de kroning van de eerste koning van Israël. Vandaag zullen we kijken naar het leven van Simson. Deze geschiedenis kunnen we vinden in Richteren 13 – 15.
Een aantal van de hoofdpunten waar we over zullen leren zijn:
- God geeft speciale eigenschappen en talenten.
- We moeten oppassen met wie we vertrouwen, omdat sommige mensen gemene dingen met ons zullen proberen te doen.
- Als we onze zonden belijden, zal God ons vergeven.
Les plan
Herinner het kind aan een aantal van de rechters waarover we eerder gelezen hebben. Vertel dat de rechters de leiders waren van Israël, net zoals dat wij in ons land leiders hebben, zoals presidenten, koningen, etc.
Vertel dat God een speciaal talent gaf aan Simson. Vraag het kind of het weet wat een speciaal talent is. Leg uit dat God ervoor zorgde dat Simson super, super sterk was. bespreek andere talenten van mensen, zoals zangstemmen, intelligentie, of sterke handen. Denk na over je eigen werk, en bespreek met je kind het talent dat God jou voor dit werk gegeven heeft.
Vraag je kind of het weet wat het betekent om iemand te vertrouwen. Vertel dat vertrouwen betekent dat je in de waarheid van iets gelooft. Noem een aantal mensen die je kunt vertrouwen, zoals pappa of mamma. Leg uit dat er een persoon is die we altijd kunnen vertrouwen, Jezus.
Bespreek hoe we wijs kunnen zijn en ons kunnen beschermen tegen mensen die slechte dingen met ons willen doen. Om te laten zien hoe mensen ons kunnen bedriegen, neem je een bakje of pot en vul je die met een prop papier. Daar bovenop leg een een paar snoepjes. Laat het kind zien dat het nu net lijkt of de pot vol snoepjes zit, en dat er mensen zullen zijn die zullen zeggen dat hij echt vol snoepjes zit. Haal dan de snoepjes weg en laat zien dat de pot gevuld was met een prop papier. Bespreek ook andere manieren waarop mensen ons kunnen bedriegen. Kijk samen naar een aantal manieren waarop Simson werd bedrogen. Bespreek hoe Delila loog tegen Simson, en dat hij haar niet zou moeten hebben vertrouwd. Leg uit hoe we voorzichtig kunnen zijn met het vertrouwen van mensen.
Vraag je kind of het weet wat bekering betekent. Leg uit dat het betekent dat je ergens spijt van hebt, maar ook dat je je afkeert van het verkeerde dat je gedaan hebt, en dat je vanaf nu precies het tegenovergestelde, het goede, wilt doen. Plaats in het midden van een ruime, schone ruimte een stoel, met daarop iets lekkers. Leg uit dat jullie het ‘bekerings-spel’ gaan spelen. Herinner je kind eraan dat bekering betekent dat je ergens spijt van hebt en dat je je afkeert van de zonde. Denk na over hoe Simson misschien wel blind was geworden, maar dat hij nog steeds op de vergeving van God kon rekenen, als hij zich bekeerde. Doe bij een kind de blinddoek om. Draai hem of haar een keer rond, en vertel dat jij hen naar de lekkernij zal leiden. Iedere keer dat ze de verkeerde kant opgaan roep jij: “Bekeer je!”, dan weten ze dat ze de ander kant op moeten gaan.
Nadat het kind de stoel gevonden heeft, kun je samen nadenken hoe de Bijbel ons de weg kan wijzen, weg van de dingen die verkeerd zijn. Herinner je kind eraan dat, als we ons bekeren van onze zonden, we aan God moeten vertellen dat we spijt hebben en dat we dan moeten stoppen met de zonde te doen.
Bid samen met je kind, en vraag Jezus of Hij kan je kind kan helpen om op hem te vertrouwen en zich van zijn of haar zonden te bekeren.