De Samaritaanse vrouw

In Johannes 4.1-42 spreekt Jezus met een Samaritaanse vrouw. In deze les zullen de kinderen leren dat alleen Jezus dat kan geven wat wij ten diepste, het meeste, nodig hebben.

Hoofdpunten:

Jezus is het levende water.
Jezus werd mens, gelijk aan ons.
Jezus kijkt niet naar mensen zoals wij dat doen.

De Samaritaanse vrouw pdf

Les plan – De Samaritaanse vrouw

Lesson guide video in English

Vraag de kinderen of ze wel eens dorst hebben gehad. Denk aan verschillende momenten waarop je wilde drinken. Als je het koud hebt, wil je dan warme chocolademelk of koude ranja drinken? Als het heel warm is, heb je dan liever melk of water? Vul een glas met water, en verwijs ernaar terwijl je het verhaal met je kind leest.

Herinner je kind eraan dat Jezus mens werd, gelijk aan ons. Hij kwam dezelfde problemen tegen als wij. Lees Johannes 4.6. Vraag hoe Jezus zich voelde. Laat de menselijkheid van Jezus zien en herinner je kinderen eraan dat Jezus ons echt goed begrijpt.

Als we geen water zouden drinken dan zouden we niet kunnen leven. Knip een bloem af, en geef het geen water. Zet hem, als hij wat dor wordt, weer in een kopje water en bekijk het later nog eens. Het water zal de bloem weer beter hebben gemaakt.

Jezus gebruikte het water als een voorbeeld voor de Samaritaanse vrouw, om haar te laten zien hoe hard zij Jezus nodig had in haar leven. Zonder Jezus is onze ziel dood. Hij is het levende water dat onze ziel beter maakt en kracht geeft, precies zoals fysiek water ons lichaam, onze huisdieren en planten en bloemen sterk en gezond maakt.

Vertel dat de vrouw op het heetste moment van de dag naar de waterput ging, omdat ze niemand wilde tegenkomen en niet door iemand gezien wilde worden. Leg uit dat ze een aantal verkeerde dingen had gedaan en dat ze zich daarvoor schaamde. Vraag aan je kind wat hij of zij zou willen doen als het zich schaamt.

Leg uit dat de vrouw was verrast omdat Jezus haar aansprak. Herinner je kind eraan dat Joden en Samaritanen vijanden waren. Zij was een vrouw die zich moest schamen, en Jezus was een belangrijke leraar. Vertel dat Jezus alles van haar wist, maar dat Hij toch een omweg maakte om met haar te kunnen spreken.

Vraag wat de Samaritaanse vrouw deed toen Jezus haar het Goede Nieuws vertelde. Ze rende weg, en vertelde het aan iedereen die ze kende. Als wij Jezus kennen, moeten wij ook enthousiast zijn en aan anderen over Hem vertellen.

Nadat de vrouw haar familie en vrienden over Jezus had verteld, kwamen die om Hem zelf te ontmoeten. Zij geloofden in Hem, ieder voor zich. Wij allemaal, ieder persoonlijk, moeten in Jezus geloven en Hem kennen. We kunnen geen relatie met Jezus hebben via iemand anders.

Neem een foto en bedek die met doorzichtige, maar troebele vellen papier. Bespreek dat je de afbeelding zo niet duidelijk kunt zien. Terwijl je vellen papier weghaalt, denk je samen na over het feit dat, hoe dichter we bij Jezus komen, hoe beter we Hem zullen kennen. Dit kun je ook onderbouwen door de favoriete snack van je kind te pakken en die op te eten. Vertel hoe lekker het is en hoe het smaakt. Vraag je kind of hij/zij tevreden is nu zij de snack leren kennen door alleen naar jou te luisteren. Onderstreep nog eens het feit dat, net zoals je kind de snack zelf wil proeven, wij ook zelf Jezus moeten leren kennen.

Wij hebben allemaal zelf een relatie met Jezus nodig.

Bedank God omdat we hem kunnen leren kennen. Vraag Jezus om om je te helpen om Hem beter te leren kennen, en om het Evangelie met anderen te delen.

Verhaal

Spelletjes en activiteiten

Zorg dat je niet gepakt word

Plaats verschillende bekers binnen een hoepel op de grond (als je dit buiten doet, vul de bekers dan met water). Laat dan iemand staan, met zijn rug naar de hoepel, en de anderen aan de andere kant van de hoepel, met hun gezicht naar de hoepel.

De spelers, beginnen op een redelijke afstand, en moeten proberen om zoveel mogelijk water te verzamelen zonder dat gezien wordt dat ze bewegen. De persoon die met zijn rug naar de”put” staat mag zich ieder moment omdraaien, als hij of zij dan ziet dat een van de spelers beweegt, moet die persoon weer terug naar de startpositie.

Water estafette

Vul een grote bak of een zwembad met water. Creëer een startlijn aan de andere kant en split de groep in twee teams. Geef iedere groep een klein emmertje en een bekertje. De spelers moeten zorgen dat hun emmertje zo snel mogelijk gevuld is met water. Als het met teams gespeeld wordt, dan mag maar 1 persoon per keer rennen. Als je kind het niet erg vind om nat te worden, laat ze het bekertje dan boven hun hoofd houden als ze terugkeren.

Water dat van kleur verandert

Voor deze activiteit heb je een aantal doorzichtige plastic bekertjes, verf, kwasten en water nodig.

Giet wat water in een bekertje en vraag je kind om een nieuwe kleur te maken. Er is maar een klein beetje verf nodig om door het water te mengen. Start met een primaire kleur, zoals rood, geel of blauw en begin daarna de kleuren te mengen. (Geel+rood= oranje, geel+blauw = groen, rood+blauw = paars).