Deze week zullen we het verhaal van Daniel, Sadrach, Mesach en Abednego bestuderen. Je kunt het vinden in Daniël 1 tot en met 3. Enkele van de belangrijke punten die we zullen bestuderen zijn:
- We moeten standvastig staan voor onze God
- God zal ons helpen door moeilijke situaties heen.
- God is met ons in moeilijke omstandigheden
Lesplan: Sadrach, Mesach en Abednego
Spreek er over hoe Daniel, Sadrach, Mesach en Abednego jonge mannen waren toen ze werden meegenomen uit hun huizen. Leg uit dat ze naar een ander land werden gebracht en daar de koning moesten dienen. Praat erover hoe de mensen in dit vreemde land God niet kenden, liefhadden of gehoorzaamden.
Leg uit dat er nog steeds veel mensen zijn die God niet kennen of gehoorzamen. Sommigen leven in andere landen en anderen leven in ons eigen land. Herinner het kind eraan dat ongeacht wie we zijn, we zouden moeten staan voor onze God. Je kunt iemand kiezen die je kent of van wie je hebt gehoord dat hij of zij standvastig staat voor God en help het kind voor deze persoon te bidden. Dit kan iemand zijn als een zendeling, of een voorganger, of een familielid of vriend.
Denk na over manieren waarop we kunnen staan voor God. Spreek erover hoe Daniel en zijn vrienden weigerden het voedsel te eten waarvan God hen had gezegd dit niet te eten. (De focus moet niet zijn op het soort voedsel, maar op de gehoorzaamheid). Spreek erover hoe Sadrach, Mesach en Abednego weigerden te knielen voor het gouden beeld. Praat over manieren waarop we kunnen staan voor God. Zet je kind in een stoel. Leg uit dat je enkele handelingen gaat opnoemen. Als ze denken dat het een handeling waar God blij mee zou zijn, laat hen dan opstaan. Als het een handeling is die God zou haten, dan moeten ze blijven zitten. Begin met het opnoemen van verschillende dingen als bidden, stelen, liegen, anderen helpen, enzovoort. Als je kind oud genoeg is kun je hun de beurt geven om dingen op te noemen. Lees 1 Korinthe 10:31. Spreek erover hoe alles wat we doen tot Gods eer zou moeten zijn.
Spreek over enkele moeilijke omstandigheden die je ervaren kunt hebben. Leg uit dat God ons door moeilijke omstandigheden kan helpen. We kunnen nog steeds moeilijke dingen meemaken, maar God zal altijd bij ons zijn.
Herinner het kind eraan dat Sadrach, Mesach en Abednego waarschijnlijk bang waren toen de koning had bevolen om ze in de oven te gooien. Leg uit dat ze toch het juiste deden, en God was met hen.
Zet een simpele hindernisbaan uit in, of buiten je huis. Als het binnen is kun je stapels kussens, lego, stoelen met touwen enzovoort gebruiken. Buiten kunnen het plassen, potten enzovoort zijn. Sommige van de hindernissen moeten onoverkomelijk zijn. Als het kind doorheeft dat hij of zij er niet langs kan in zijn of haar eentje, til ze dan op of help ze door elke hindernis. Leg uit dat God ons door elke hindernis helpt, net als jij hen net hebt geholpen. Hij is altijd bij ons als we de weg gaan die Hij voor ons uitstippelt. Je kunt er ook voor kiezen om een hindernisbaan voor een pop of een stuk speelgoed te maken met je kind. Praat erover hoe het kind het speelgoed kan helpen om de baan uit te lopen.
Bid met je kind en dank God ervoor dat Hij altijd bij ons is. Prijs God dat Hij ons kan helpen om hindernissen te overkomen.