In Lukas 19:1-10, lezen we dat Jezus het leven van een tollenaar, Zacheüs genaamd, veranderde. Deze gebeurtenis herinnert ons eraan dat Jezus om ons geeft, wat wij ook gedaan hebben, en dat Hij ons kan veranderen.
Hoofdpunten:
- Jezus kent je naam en Hij geeft om je.
- God kan iedereen redden.
- Bekering betekent verandering.
Les plan – Zacheus
In de tijd van Jezus werden tollenaars als Zacheüs door veel mensen gehaat. De tollenaars waren vaak niet eerlijk. Geef je kind tien snoepjes of stukjes fruit, zoals druiven. Leg uit dat de wet zegt dat ze over iedere tien stukjes één stukje als belasting moeten betalen. Neem dan 5 stukjes. Vraag ze of ze boos zijn omdat je meer nam dan dat je zou moeten. Veel mensen waren boos op Zacheüs omdat hij meer belasting vroeg dan dat hij zou moeten. Hij was niet eerlijk.
Vraag je kind of het zich een moment herinnert waarop het iets probeerde te zien maar dat dit niet lukte omdat hij of zij te klein was , of omdat er teveel mensen waren. Misschien hebben ze je gevraagd om ze op te tillen of om hen op je schouders te zetten. Vertel dat Zacheüs te klein was om Jezus te kunnen zien, en dat de mensen in de weg stonden. Praat met elkaar over hoe sommige dingen ons zicht op Jezus in de weg staan (bijv. niet opbouwende TV programma’s, spelletjes of mensen).
Praat met elkaar over iemand die jullie zouden willen uitnodigen om bij jullie thuis te komen eten. Het kan een bekende persoon zijn of iemand die jullie kennen. Bedenk samen hoe je deze persoon gaat uitnodigen. Focus erop dat je de persoon leuk vind en denkt dat het een goed persoon is.
Jezus wist dat Zacheüs een zondaar was. Hij wist dat hij oneerlijk was, maar toch ging Jezus op bezoek bij Zacheüs. Jezus was gekomen om de verlorenen te zoeken en te vinden. Leg een aantal voorwerpen op tafel, dit kan speelgoed zijn, kaarten of nummers. De objecten moeten wel deel uitmaken van een groep, zodat het kind kan zien dat er een aantal missen. Vraag ze om al de objecten te vinden. Praat er samen over dat de objecten die op tafel liggen niet meer gevonden hoeven te worden. De objecten die nog gezocht moeten worden zijn de objecten die nog ‘verloren’ zijn.
Leg uit dat bekering een verandering betekent van wat verkeerd is naar wat juist is. Wat deed Zacheus met al het geld dat hij gestolen had? Hij gaf het terug, en meer! Neem de stukken fruit of snoepjes van het begin van deze les, en geef ze terug, met meer. Als Jezus jouw hart verandert, dan moeten we deze verandering laten zien aan anderen door het juiste te doen.
Bekering is het tegenovergestelde doen van wat wij eerst deden. Speel een spel met tegenovergestelden, door een woord te zeggen, waarna het kind het tegenovergestelde moet zeggen. Bijvoorbeeld nacht en dag of vrolijk en verdrietig. Je kunt dit ook spelen door een eenvoudige tekening te maken, waarna het kind een tekening moet maken van het tegenovergestelde. Zoals een vrolijk gezicht of een fronsend gezicht.
Spreek over manieren waarop wij bekering kunnen laten zien. Als we onze ouders altijd ongehoorzaam zijn, wat zou dan bekering zijn? Zouden we veranderen door ongehoorzaam te blijven of door te gehoorzamen? Als een kind het moeilijk vind om de waarheid te vertellen, zou bekering dan leugen of eerlijkheid veroorzaken? Je kunt nog meer voorbeelden geven van dingen die kinderen lastig vinden.
Bid en dank God omdat Hij ons kan redden door Jezus. Vraag Jezus je te helpen je te bekeren en Hem te dienen.
Verhaal
Spelletjes en activiteiten
Maak een hindernisbaan
Maak binnen of buiten een hindernisbaan met objecten die rond het huis of gebouw te vinden zijn. De kinderen zullen het niet alleen een leuke uitdaging vinden, maar hun grove motoriek zal ook gestimuleerd worden. Varieer in activiteiten, zoals lopen, springen, balanceren en klimmen. Pas ze aan aan de leeftijd van het kind, zodat ze uitdagend zijn, maar ook mogelijk voor het kind. Praat samen over de obstakels die mensen tegenkomen om bij Jezus te komen.
Sorteer op grootte
Zet willekeurig een aantal objecten naast elkaar. Na een startsein moet het kind de objecten zo snel mogelijk van klein naar groot neerzetten.
Als je in een groep bent, laat de kinderen zichzelf dan in de juiste volgorde van lengte neerzetten. Thuis zou je een gezinsfoto kunnen maken, met de gezinsleden naast elkaar in volgorde van lengte.
Voorzetsels en een boom
Help je kind de voorzetsels te leren met behulp van een boom. Maak fotos met het het kind op de volgende plekken: voor, onder, naast en achter de boom. Druk de fotos af en schrijf het juiste voorzetsel op iedere foto.
Werkbladen
Kleurplaten – Zacheus
Werkje – Zacheüs’ boom
Wat heb je nodig:
- Werkblad,
- Kleurpotloden,
- schaar,
- Plakband,
- wol.
Wat moet je doen:
- Kleur het werkblad.
- Knip de boom, Zacheus en het kaartje.
- Maak gaatjes waar dit is aangegeven. Haal de wol door de gaten. Plak een eind van de draad aan Zacheüs en het andere eind aan het kaartje.
“De Zoon de Mensen is gekomen om verloren mensen te zoenen en hen te redden. “Lukas 19.10