De gelijkenis van de verloren spullen

In deze les zullen we het eerste deel van de gelijkenissen over de verloren dingen bestuderen, die gaan over Jezus’ gelijkenis van het verloren schaap en de verloren munt. In deel 2 zullen we kijken naar de gelijkenis van de verloren zoon. Al deze gelijkenissen zijn te vinden in Lukas 15.

Een aantal van de belangrijkste punten zijn:

Je bent waardevol voor God
God zoekt iedereen die verloren is
Er is enorme blijdschap wanneer iemand die verloren was, gevonden wordt.
God geeft nooit op

Download De gelijkenis van de verloren spullen pdf

Les plan – De gelijkenis van de verloren spullen

lesson guide video in English

Begin de les door samen met je kind een kijk- en zoekboek te bekijken. Je kunt ook veel zoekplaten gratis online downloaden.

Vraag je kind of het nog weet wat een gelijkenis is. Herinner je kind eraan dat een gelijkenis een alledaags verhaal is met een geestelijke les. Lees samen Lukas 15.1-11 uit de kinderbijbel.

Vraag je kind, bij verschillende objecten, wat het zou doen als hij/zij het kwijt zou raken. Bijvoorbeeld een snoepje, een stuk papier, een telefoon of een favoriet stuk speelgoed. Bespreek met hen dat wanneer we iets kwijtraken dat niet heel waardevol is, we het ook niet heel erg vinden. En dat als we iets kwijtraken dat heel waardevol is we wel verdrietig zijn en dat we er alles aan doen om het weer terug te vinden.

Vertel over een moment waarop je iets kwijt was dat heel waardevol voor je was. Deel hoe jij je voelde. Vertel ook wat je deed om dat wat je verloren was weer te vinden.

Wijs je kind erop dat Jezus duidelijk maakte dat het schaap en de munt heel waardevol waren voor hun bezitters. Het maakte niet uit dat ze het grootste deel nog hadden, want dat ene schaap, die ene munt was waardevol voor hun. Herinner je kind eraan dat het enorm waardevol is, niet alleen voor jou, maar ook voor God.

Lees Jesaja 53.6 – “Wij dwaalden rond als schapen, ieder zocht zijn eigen weg; maar de wandaden van ons allen liet de HEER op hem neerkomen.” Vertel hoe graag God wil dat wij dicht bij Hem zijn, veilig en geliefd, maar dat we vaak worden afgeleid van Hem door andere dingen. Vertel als voorbeeld dat als jij je kind vraagt om dicht bij jou te blijven in een winkelcentrum, hij of zij soms afgeleid wordt door speelgoed, snoep of dingen die om je heen gebeuren. En net zoals dat jij op je kind past omdat hij/zij waardevol voor je is, zo zal ook God voor hen zorgen, omdat zij waardevol zijn voor Hem.

Vraag je kind om zijn/haar vingers uit te steken. Laat je kind tot 10 tellen. Vertel dat de mevrouw 1 munt kwijtraakte. Laat je kind met zijn/haar eigen vingers zien dat de vrouw er nog 9 over had, maar dat die ene waardevol was voor haar. Je kind een muntje in de kamer vest open en vragen of je kind het zoeken kan. Probeer geen tips te geven. Op een bepaalt moment zal je kind gefrustreerd raken en op willen geven. Herinner je kind er dan aan dat de munt enorm waardevol was voor de mevrouw. Zij bleef zoeken, totdat ze het gevonden had. En toen zij het gevonden had was er een enorm feest.

Herinner je kind er aan dat mensen waardevol zijn in de ogen van God. Lees Lukas 19.10, “De Mensenzoon (Jezus) is gekomen om te zoeken, en te redden wat verloren was.”

Leg aan je kind uit dat God de mensen niet allemaal een beetje lief heeft, maar dat Hij van iedereen, persoonlijk, houd. Hij geeft om iedereen, en is blij als iemand gevonden is. Bedank God omdat jij waardevol bent voor Hem. Vraag Hem om je te helpen altijd dichtbij Hem te blijven.

afdrukbaar bijbelverhaal

Spelletjes en activiteiten

Muntje krassen

Muntje krassen is een snelle en eenvoudige activiteit die kinderen super leuk vinden. Je hebt niet meer nodig dan een aantal muntjes, papier en potloden of krijtjes.

Om het educatiever te maken kun je de muntje verstoppen onder het papier en dan de kinderen laten krassen en kijken of ze weten welk muntje het is. Of je doet er verschillende onder het papier en dan vraag je hen de gekraste muntjes te tellen en te kijken of er muntjes tussen zitten die hetzelfde zijn.

Ballonnen herder

Blaas tenminste 5 ballonnen op. Maak een schapenhok en vraag je kind om de ballonnen in het schapenhok te drijven. Om het lastiger te maken kun je vragen om ze in het hok te blazen. Je kunt ook verschillende groepjes maken, met ieder zijn eigen kleur ballon, maak er dan een race van. Bespreek met hen dat sommige ballonnen steeds de verkeerde kant op willen.

Waar is het schaap

Druk de kaartjes van het werkblad af. Leg de kaarten met de rug naar boven op tafel. Verstop het schaap onder een van de kaartjes. Draai om de beurt een kaart om. De speler die als eerste het schaap gevonden heeft is de winnaar en mag de volgende keer het schaap verstoppen.