Deze week willen we verder gaan met het verhaal van Jozua, net nadat het volk van Israël de rivier de Jordaan was overgestoken en in het beloofde land was aangekomen. Onze les zal vooral kijken naar hoe God Jozua en het volk Israël de overwinning over Jericho gaf en waarom Rachab en haar familie ontkwamen aan de vernietiging. Onze bijbeltekst staat in Jozua 5:13-6:27. Enkele van de punten zijn:
- God kan het leven van mensen veranderen.
- Wat voor slechte dingen we ook hebben gedaan, God zal ons vergeven als we ons bekeren.
- Wanneer we gehoorzaam zijn, geeft God ons de overwinning.
- We kunnen deel worden van de familie van God.
Les plan
Herinner je kind eraan dat Jozua nu de leider van Israël is, en dat de tijd gekomen is om het Beloofde Land in te nemen. Vraag je kind of hij/zij zich herinnert hoe lang de Israëlieten in de woestijn gezworven hebben.
Leg uit dat lang geleden, steden hoge muren hadden om ze te beschermen. Als je dichtbij of in een ommuurde stad woont kun je ze meenemen om de muren te bekijken. Als je daar niet dichtbij woont kun je het kind foto’s van een ommuurde stad laten zien.
Vertel over Rachab. Leg uit dat ze een leven leefde dat God niet verheerlijkte. Vertel dat ze zich bekeerde en op God vertrouwde. God vergaf niet alleen haar zonden, maar maakte haar ook deel van Jezus’ stamboom. Als je een stamboom hebt, kun je die aan je kind laten zien. Je kunt ook een eenvoudige stamboom maken voor je kind, om ze te helpen het te begrijpen.
Vraag je kinderen of ze zich herinneren wat voor kleur het koord had dat Rachab uit het raam hing. Bouw een muur van blokken en hang er verschillende kleuren touw aan. Vraag het kind welk raam van Rachab was. Denk er over na dat rood ook de kleur is van het bloed van Jezus, dat ons redt van zonden.
Vraag het kind of ze wel eens hebben geprobeerd iets te doen dat onmogelijk is. Spreek over onmogelijke dingen. Dat kunnen grappige dingen zijn (katten kunnen geen Nederlands spreken), terwijl andere serieuzer kunnen zijn (we kunnen onszelf niet redden van onze zonden). Spreek er over hoe bij God alle dingen mogelijk zijn. Laat het kind een plaatje van een grote muur om een stad zien (zoals Jericho). Vraag of het gemakkelijk zou zijn om de muur af te breken. Stel je een aantal dingen voor waarmee je er een gat in zou kunnen maken. Spreek er over hoe God geen bulldozer of sloopkogel gebruikte. In plaats daarvan liet Hij het volk om de stad marcheren.
Marcheer rond de muur van blokken die je eerder hebt gebouwd, voor het voorbeeld met de gekleurde touwen. Laat je kind iedere keer als je een rondje er omheen loopt met je mee tellen. (Als de muur klein is kun je hem op een tafel plaatsen en rond de tafel lopen). Bij de zevende keer, juich en maak trompet geluiden. Gooi de muur omver.
Herinner het kind eraan dat wanneer God zegt dat Hij iets zal doen, Hij een weg zal maken. Zijn wegen werken altijd en Hij kan ons de overwinning geven.
Verblijd je erover dat bij God, alle dingen mogelijk zijn.
Bid en vraag Jezus om je te helpen om Hem te vertrouwen en te weten dat Hij alles kan doen.