In de les van deze week, zullen we leren over Ruth die leefde in de tijd van de rechters. Haar verhaal kun je vinden in het boek Ruth. Een aantal hoofdpunten die wij zullen onderzoeken zijn:
- God zegent ons als wij op Hem vertrouwen en Hem volgen.
- God is trouw.
- God kan moeilijke situaties gebruiken om ons op een betere plaats te krijgen.
- We zouden God moeten dienen in de kleine dingen.
- God heeft een redder voor ons.
Les plan
Vertel wat een hongersnood is. Leg uit dat Naomi en haar gezin een hele lange reis moesten maken om eten te vinden. Vertel dat ze naar een ander land moesten reizen, een land dat heel anders was dan hun eigen land, en dat de mensen niet de ware God, van Israël, aanbaden. Vervolgens vertel je dat Ruth met Naomi meeging naar het volk en het land van God. Denk na over hoe moeilijk het kan zijn om in een ander te moeten wonen.
Kies samen een land uit. Draai een globe, zoek uit in welke landen jullie kerk zendelingen ondersteunt, etc) Nadat jullie een land hebben uitgekozen, zoek je een aantal fotos van dat land. Zoek een recept uit dat land, maak het en eet het samen op. Bespreek hoe anders de huizen, de bloemen, de vogels, etc daar zijn. Wijs hen er dan op dat, hoe anders al die andere landen ook zijn, alle mensen uit al die landen in Jezus moeten geloven om gered te worden. Spreek met je kind af dat jullie voor een week of langer voor “jullie” land zullen bidden.
Praat over hoe Rutch trouw was in de kleine dingen, zoals het verzamelen van het graan. Vraag je kind hoe zij de wereld zouden “fixen”, beter maken. Neem rustig de tijd om samen manieren te verzinnen die andere mensen blij zullen maken – zoals door iedereen een gratis koekje te geven. Wijs hen er dan op dat wij natuurlijk niet iedereen een koekje kunnen geven, maar dat we wel kleine dingen kunnen doen, zoals het geven van een koekje aan je buren of je vrienden. Herinner je kind aan een aantal kleine dingen die zij moeilijk vinden om te doen (hun bed opmaken, hun speelgoed opruimen, etc.). Bespreek met hen dat zij moeten leren om trouw te zijn in het doen van die kleine dingen, voordat jij hen taken geeft die om meer verantwoordelijkheidsgevoel vragen.
Herinner je kind eraan dat God de moeilijke dingen in ons leven kan gebruiken om ons op een betere plek te krijgen. Ga, als het mogelijk is naar een heuvel of berg. Beklim samen de heuvel/berg. Wijs hen erop dat weg lang en stijl kan lijken. Als je bij de top komt, laat dan zien hoever je kunt kijken, en eten samen wat lekkers terwijl je van het uitzicht geniet. Leg uit dat de weg soms moeilijk lijkt, maar dat de beloning het altijd waard is.
Denk samen na over wat een ‘losser’ is. Leg uit dat, als je iets in de supermarkt koopt en het bedrag dat het kost betaald, dan ben je eigenlijk de ‘losser’ van die spullen. Leg uit dat Jezus de (Ver)losser is, en dat Hij naar de aarde kwam om onze prijs te betalen.
Bid samen en bedank Jezus dat Hij de Redder is en vraag Hem om de mensen overal ter wereld te redden.