De gelijkenis van de goede Samaritaan

In Lukas 10:25-37 onderwees Jezus ons door middel van een gelijkenis dat iedereen die in nood is onze naaste is. De gelijkenis van de goede Samaritaan herinnert ons aan het tweede grootste gebod; “heb uw naaste lief als uzelf.” (Matteüs 22:34-40).

Hoofdpunten:

We moeten barmhartig zijn voor iedereen.
We moeten onze naasten liefhebben.
We moeten Gods liefde en barmhartigheid laten zien aan anderen.

De gelijkenis van de goede Samaritaan pdf

Lesplan – De gelijkenis van de goede Samaritaan

Lesson Guide video in English

Voordat je begint vraag je aan je kind een gecontextualiseerde vraag gerelateerd aan deze gelijkenis. Bijvoorbeeld: Op straat lag een gewonde man, wie denk je dat hem hielp? Een dominee, een politieagent of zijn vijand?

Lees de gelijkenis voor uit de kinderbijbel. Leg uit dat de man probeerde om Jezus in de val te lokken toen hij vroeg: “Wie is mijn naaste?”.

Leg uit dat barmhartig zijn is het laten zien van compassie of vergeving aan iemand. Is iemand ooit barmhartig voor jou geweest? Is het ooit gebeurd dat je straf verdiende, maar dat iemand toen besloot om je te vergeven? Praat samen over een vlieg of een andere insect; barmhartigheid zou zijn om de vlieg naar buiten te laten vliegen, in plaats van hem dood te slaan.

Laat zien dat God ons barmhartigheid en liefde laat zien, zodat wij barmhartigheid en liefde aan anderen kunnen laten zien. Geef je kind een kleine spiegel en zet een zaklamp aan. Zoek samen met je kind een klein voorwerp, en laat je kind het licht weerkaatsen zodat het op het voorwerp valt. Wijs hen erop dat de zaklamp licht geeft, maar dat de spiegel het licht weerkaatst. Wij moeten hetzelfde doen met Gods liefde en barmhartigheid, en het aan anderen laten zien.

Vraag de aanwezige kinderen of ze nog weten wie, volgens Jezus, hun naaste was. Iedereen.

Maak een lijst of kijk naar fotos van mensen die je heel goed kent, of die je juist helemaal niet kent. Vraag je kind om aan te wijzen voor wie wij barmhartig moeten zijn. Herinner je kind eraan dat, zelfs als wij iemand niet zo leuk vinden, hij of zij nog steeds onze naaste is.

Leg uit dat, in de tijd van Jezus , de Samaritanen gehaat werden. Je Joden behandelden hen slecht, maar toch stopte de Samaritaanse man om de gewonde man te helpen. Terwijl de mensen die vrienden van de gewonde man hadden moeten zijn, hem lieten liggen.

Zou jij je vijand willen helpen? De meeste mensen willen dat niet doen, maar Jezus wil dat wij anders zijn. Lees Mattheus 5:44-45.

Gebruik het werkblad met fotos van dieren en verschillende soorten voedsel. Leg uit dat een dier zal eten wat voor hem gewoon is.

Leg uit dat Jezus ons vraagt om iets te doen dat moeilijk is. Vanuit onszelf komt niet snel vergeving, barmhartigheid of liefde voor onze vijanden, maar God zegt tegen ons dat we lief moeten hebben en barmhartig moeten zijn. Met hulp van Jezus kunnen wij het tegenovergestelde doen dan wat onze menselijke (verdorven) natuur ons zegt te doen.

Vertel dat de Samaritaanse man de gewonde man niet alleen hielp, maar dat hij veel verder ging dan wat er van hem verwacht kon worden. Hem verzorgen, hem dragen, voor zijn behandeling betalen, etc. Herinner je kind eraan dat God er van houd als wij meer doen dan wat er van ons gevraagd worden als we Hem dienen.

Denk samen na over hoe je een goede naaste kunt zijn voor de naasten dichtbij of waar ook op de wereld. Bekijk samen een aantal zendingsorganisaties die mensen ook op praktische wijze helpen. Als het mogelijk is probeer dan om een organisatie te bezoeken en om, op wat voor manier dan ook, de organisatie te helpen.

Dank God voor Zijn barmhartigheid. Vraag Hem om je te helpen barmhartig te zijn voor anderen.

Verhaal

Spelletjes en activiteiten.

Helpende handen

Zoek een groot stuk blanco papier of karton. Plaats wat afwasbare verf op borden en laat uw kind zijn handen in de verf en vervolgens op het papier drukken. Herhaal dit zo vaak als je wilt. Schrijf op het papier “Ik heb helpende handen”. Herinner je kind eraan hoe God ons roept om anderen te helpen en lief te hebben.

Verbind de patiënt

Voor dit spel heb je voor elk team een rol wc-papier nodig. Voor de patiënt kun je een persoon of een grote knuffel gebruiken. Na het startsein gegeven te hebben moet de patiënt zo snel mogelijk in verband worden gewikkeld. Herinner je kind eraan hoe de Samaritaan de wonden van de man verbond.

Dien je buren

Plan een praktische manier om jullie buurt te dienen. Het kan van alles zijn; een maaltijd bereiden voor iemand die in jouw straat woont. Helpen in een gaarkeuken. boodschappen doen voor iemand die thuis in quarantaine zit. De tuin van iemand schoonmaken. De lijst is eindeloos. Dien samen als gezin.