In deze les zullen we Mattheüs 10:1-16 lezen, en leren we over de twaalf discipelen die Jezus uitkoos en trainde om Zijn bediening op aarde door te zetten, ook na Zijn hemelvaart.
We zullen een aantal van de belangrijkste onderwerpen bestuderen:
- Jezus kent jou bij jouw naam – (Mattheüs 10:1)
- Jezus roept Zijn discipelen (wat is een discipel). – (Mattheüs 10:2-4)
- Jezus geeft ons de kracht voor een missie; dingen te doen die wij zonder Hem niet zouden kunnen. – (Mattheüs 10: 5-8)
Jezus kiest Zijn discipelen – Les plan
Jezus koos twaalf discipelen om te trainen en voor te bereiden om Hem te helpen tijdens Zijn bediening hier op aarde. Vraag je kinderen of zij zich een van de namen van een discipel herinneren. (We hebben het eerder al gehad over Simon Petrus, Andreas en Mattheüs). Herinner je kind eraan dat Jezus de discipelen bij hun naam riep om Hem te volgen.
Praat met je kinderen over hun naam. Vertel hen waarom je die naam voor hen gekozen hebt. Is het een familie naam? Heeft het een speciale betekenis? (Als je dit met een grotere groep kinderen doet, probeer dan voor de les de betekenis van een aantal namen van de kinderen op te zoeken).
Denk samen na over hoe speciaal een naam is en hoe bijzonder het is als iemand zich jouw naam herinnert. Probeer samen een moment te herinneren waarop iemand jouw naam of de naam van jouw kind was vergeten en vraag het kind hoe hij/zij zich toen voelde. Lees Jesaja 43:1. Deel met je kind hoe God iedereen bij naam kent.
Speel een namen Memory spel. Vraag de kinderen om al de figuren te noemen uit hun favoriete tekenfilm of boek. Vraag hen daarna om de namen van alle kinderen uit de klas te zeggen of de namen van alle mensen in de kerk. Terwijl het steeds moeilijker wordt herinner je hen eraan hoe geweldig het is dat God nooit een naam vergeet.
Leg uit dat een discipel een volgeling is. Deze mannen volgden Jezus, leerden van Hem en gehoorzaamden Hem. Het doel van een discipel was om gelijk te worden aan zijn leraar. Praat met elkaar over mensen die wij na proberen te doen, zoals een oudere broer of zus of een held van de televisie.
Vertel hoe Jezus de discipelen de kracht gaf om Zijn boodschap met anderen te delen. Hij gaf hun wat ze nodig hadden. Je kunt ervoor kiezen om een spel te spelen om dit voor je kind te illustreren. Kies een korte boodschap en een persoon aan wie zij deze boodschap zullen brengen. Creëer ook plekken in je huis of kerk die een speciaal stuk gereedschap nodig hebben, bijvoorbeeld: hang een lint in de hal met de instructie dat hij doormidden moet worden geknipt om er langs te kunnen. Plaats een aantal ballonnen op de vloer met de instructie dat ze niet mogen worden aangeraakt. Zorg voor een kamer waar de verlichting uit is, zodat het er donker is, etc. Leg uit dat ze de boodschap over moeten brengen , maar dat ze eerst langs deze obstakels heen moeten. Pak dan een tas of een mand en doe er een kindvriendelijke schaar in om het lint door te knippen, een grote naald om de ballonnen mee kapot te prikken, een zaklamp voor de donkere kamer, etc. Laat het aan het kind over om er achter te komen welk gereedschap waar gebruikt moet worden om elk obstakel te overwinnen. Als het nodig is kun je met ze mee gaan.
Nadat ze op een veilige manier de boodschap hebben overgebracht bespreek je met hen dat jij ze de gereedschappen meegaf om ieder obstakel te overwinnen. Herinner hen er dan aan dat Jezus ons alles heeft gegeven wat wij nodig hebben om het Evangelie naar anderen over te brengen. Sterker nog, dat Hij ons niet alleen de gereedschappen geeft, maar ons ook beloofd om met ons mee te gaan. Bespreek met hen een aantal manieren waarin Jezus ons de capaciteit heeft om het Evangelie te delen.
Bid en bedank Jezus voor de kracht die Hij alle gelovigen geeft om het evangelie te kunnen delen met anderen. Vraag Hem jou te helpen om er alles aan te doen om gereed te zijn om het goede nieuws met anderen te delen.
Verhaal
Jogos e Atividades
Vind 12 discipelen
Verstop de plaatjes van de 12 discipelen op verschillende plekken in je huis of kamer.
Laat je kinderen alle 12 de plaatjes zo snel mogelijk vinden.
Nadoen
Kies een persoon die de leider zal zijn.
Al de anderen moeten precies doen wat de leider doet. Als je genoeg kinderen hebt vraag dan een kind de kamer te verlaten terwijl je de leider(s) kiest.
Als het kind weer terug komt moet het proberen te raden wie de leider is.Bespreek met hen dat een discipel iemand is die zijn leraar probeert na te doen.
Teambuilding spel
Doe een simpel spel, waarin je als team moet samenwerken. Het kan iets eenvoudigs zijn zoals het over de hoofden doorgeven van een ballon, of om de beurt naar de andere kant van de kamer rennen om bepaalde objecten te verzamelen.
Bespreek met hen dat Jezus ons in Zijn team wil hebben en met ons wil samenwerken om ZIjn missie te voltooien.
Werkbladen
Kleurplaten – Jezus kiest Zijn discipelen
Werkje – Papieren ketting Discipel
Wat heb je nodig:
- 2 kleurplaten op papier
- Scharen
- Plakband
- Kleurpotloden
Hoe ga je tewerk
- Vouw de kleurplaten dubbel op de stippellijnen en knip het eerste figuur uit. Na het knippen van een figuurtje zul je 4 mannetjes aan elkaar hebben.
- Plak de handen samen van 3 slingertjes van 4 mannetjes, zodat je een slinger van 12 mannetjes krijgt.
- Kleur en decoreer de mannetjes. Als je het wilt kun je de namen en nummers op de achterkant van ieder poppetje schrijven.