Onze les van vandaag zal zich richten op Debora, een van de rechters wiens verhaal gevonden kan worden in Richteren 4:1-23. De Richteren, of rechters, waren de leiders van Israël in de tijd tussen de verovering van het Beloofde Land en het kronen van hun eerste koning. Enkele van de punten die we willen bespreken zijn:
- We moeten op God te vertrouwen, ook wanneer niemand anders dat doet.
- Ons geloof kan anderen helpen op God te vertrouwen.
- God vergeeft ons als we tot Hem roepen.
Les plan
Herinner het kind aan Jozua en hoe hij het volk Israël naar de verovering van hun nieuwe land had geleid. Leg uit dat, nadat Jozua gestorven was, de Rechters het leiderschap over Israël overnamen.
Spreek er over hoe rechters mensen zijn die de wet handhaven. Stel vijf of zes knuffeldieren op, of speelgoed auto’s. Bedenk een wet, zoals bijvoorbeeld dat elke teddybeer een lint moet dragen (zorg ervoor dat tenminste één stuk speelgoed de regel die je hebt gekozen breekt) en een straf die de beer zou ontvangen als hij de wet breekt (bijvoorbeeld in de hoek zitten). Bespreek en help je kind uit te vinden welk speelgoed de regels overtreedt. Leg uit dat een rechter de beer naar de hoek zou moeten sturen, want zijn taak is om de wet te volgen.
Spreek over verkeersregels, zoals het stoppen voor een stopteken of een rood licht. Leg uit dat de wetten er zijn om ons te beschermen en dat, wanneer mensen ze breken, ze wellicht naar een rechter moeten om gestraft te worden.
Als je kind oud genoeg is, kun je een ander spel overwegen, waarin je ze laat oordelen over meer realistische problemen. Een voorbeeld zou kunnen zijn dat twee meisjes een pop hebben. Eén steelt de pop van de ander. Wat denkt jouw kind dat een goede straf zou zijn? Laat het kind hier zelf over nadenken en bespreek dan hun antwoord. Zoek Schriftplaatsen op zoals Efeze 4:28 om uit te leggen wat God zegt over de straf voor stelen.
Spreek er over hoe bang Barak was om te doen wat God hem had opgedragen te doen. Leg uit dat Debora had beloofd hem te helpen, en dat haar geloof Barak hielp om op God te vertrouwen. Spreek erover hoe we soms iemand anders nodig hebben om iets te doen. Wijs naar wat snoepjes waar het kind niet bij kan. Vraag of ze het zelf kunnen pakken. Leg uit dat als ze je om hulp vragen, dat je samen het snoepje kunt pakken.
Spreek erover hoe de Israëlieten in de problemen zaten, omdat ze God ongehoorzaam waren geweest, maar dat God hen had vergeven, en ze had geholpen wanneer ze zich bekeerden. Verheug je er over dat God ons vergeeft als we Hem dat vragen.
Bid met je kind en vraag Jezus om je te helpen Hem te volgen en elkaar te helpen Hem altijd te gehoorzamen.